Niks zo vervelend als koude kinderhandjes! Wil je daarom graag zelf gevoerde wanten breien voor een peuter? In dit blog wordt stap voor stap uitgelegd hoe je dat doet!
Wanten zijn onlosmakelijk verbonden met de winter. In Nederland kan je simpelweg niet zonder wanten of handschoenen als je in de winter lekker naar buiten wil, of (noodgedwongen) op de fiets op pad moet. En persoonlijk heb ik ze op de fiets al heel graag aan zodra het kwik onder de vijftien graden daalt. Maar misschien ben ik een koukleum. En toen was daar mijn dochter. Haar eerste winter bracht ze heerlijk warm door onder een dekentje in de kinderwagen, of heerlijk warm tegen mama aan in de draagzak. Ze zat eigenlijk altijd onder mijn jas als het koud was, ik droeg haar nooit over mijn jas heen, dat vond ik maar onhandig. Maar nu zij zelf rondrent, (loop)fietst en heel graag in haar stoeltje voorop de fiets mee op pad gaat, hebben we toch een probleem. Ze wil namelijk haar wanten niet aan! En zelfs als ze ze aan zou trekken, dan vind ik de meeste kinderwantjes van bedroevende kwaliteit. Met een laagje acrylbreisel of dunne fleece blijven mijn handen ook niet warm op de fiets. Daarvoor heb je toch echt lekkere warme wanten nodig met een flinke voering die wind en kou bij je handen weg houdt.
Daarom kwam ik op het idee om zelf wanten te breien en die te voeren met een voering gemaakt op de naaimachine. Gewoon omdat ik toch genoeg tijd heb als single mama van een drukke dreumes, ha! En toen moest ik denken aan de Engelse term ’trummed mittens’. Dit zijn gebreide handschoenen waarbij je elke paar steken een plukje (niet gesponnen) wol meebreidt. Zo ontstaat er een soort schapenvachtje aan de binnenkant. Een beetje zoals een schapenvelletje, maar dan zonder het leer. Dit leek mij heerlijk voor de kleine dreumes. Om ervoor te zorgen dat ze ze in elk geval niet zelf uit kan doen, voegde ik zelf nog een koordje toe, dat om de polsen aangetrokken kan worden. Het patroon van Steph Thomson vond ik op Ravelry, een gratis brei-gemeenschap met heel veel gratis patronen. Het patroon is gratis te downloaden in het Engels, maar ik zal het in deze tutorial naar het Nederlands vertalen.
Wanten breien, wat heb je nodig?
1-2 bollen (merino) wol voor naalden n0 4-4.5 (bijvoorbeeld deze)
5 sokkennaalden maat 4,5 (deze van knitpro zijn in één woord geweldig!)
20-30 gram Lontwol of sprookjeswol
Om te beginnen wil ik even melden hoe blij ik ben met mijn sokkennaalden van knitpro. Ik heb ze nu al een paar jaar en heb er al meerdere projecten op gebreid. Wat een verschil maakt dat met zware metalen of stroeve plastic naalden! Ik vind breien heel leuk, maar als ik niet lekker door kan werken ben ik snel mijn motivatie kwijt. Zeker de kleine investering waard dus.
Wanten breien, het patroon
Ik vond het patroon als enigszins ervaren breister heel goed te doen. Ik heb wel eens kabelpatronen etc. gebreid, dus ik ben wat meer gevorderd dan een beginner, maar ik heb meestal niet zoveel lol in dat soort patronen. Het is mij teveel telwerk en het duurt heel lang voordat je resultaat begint te zien van het patroon. Dat is bij deze wantjes heel anders. Na de boorden begin je al meteen met de vrolijke ’thrums’ die als stipjes op je breiwerk verschijnen en aan de binnenkant kransjes van zachte wol vormen. Ik gebruikte voor elke rij een ander kleurtje lontwol, zodat er een regenboogeffect ontstond, net als in het originele patroon. Omdat de want geen duim heeft, kan je gewoon elk ronde afwerken, totdat het minderen begint. Dat is het enige stukje waar je even echt moet opletten. En je moet natuurlijk blijven tellen bij het plaatsen van de thrums, maar dat is heel overzichtelijk. Omdat ik altijd vrij strak brei, heb ik een maatje groter genomen voor de naalden, namelijk 4,5 in plaats van 4.
Ik maakte de boord iets langer dan in het patroon wordt vermeld. Namelijk 9 in plaats van 6 centimeter. Hiermee hoop ik dat mijn dochter de wantjes minder makkelijk zelf uit kan trekken en dat ze goed over of onder de mouwen van haar jasjes blijven zitten. Ik maakte geen speciale gaatjes voor het koordje dat ik op het laatst nog toevoegde. Meer over het koordje aan het einde van het patroon.
De Thrums
Het maken van de ‘Thrums’. Thrums zijn in feite gewoon plukjes samengedraaide wol. Je neemt van de lontwol een lengte van 20 cm en daar pluk je steeds een heel dun strookje vanaf (ongeveer een halve centimeter). Deze vouw je vanaf beide zijkanten naar het midden, laat de zijkanten elkaar in het midden net iets overlappen. In het midden rol je de wol een beetje samen. Je hebt nu aan beide kanten een lusje en in het midden het samengerolde stukje. In totaal is de thrum nu ongeveer 9 cm lang. Het is belangrijk om de thrums niet te lang en vooral niet te dik te maken in dit patroon. Omdat ze vrij dicht op elkaar zitten wordt het anders al gauw een te dik pak aan de binnenkant van de want. En de handjes van je kind moeten er wel nog bij kunnen, natuurlijk. Als er een thrum gevraagd wordt in het patroon, sla je niet de draad om, maar sla je de thrum om de naald met het samengerolde middenstukje en brei je de steek recht zoals je dat normaal ook zou doen. Haal de draad vervolgens achter de thrum langs en brei de volgende steek gewoon weer met de draad. Blijf de draad goed aantrekken na een thrum, anders kunnen er gaten in je breiwerk ontstaan.
Afkortingen
r = Rechte steek breien
2r. samenbr. = 2 steken recht samenbreien, je mindert 1 steek.
AAB = afhalen, afhalen, breien. 1 st. r. afhalen, 1 st. r. afhalen, zet de steken terug op de linkernaald, brei 2 st. van de linkernaald samen. Je mindert hiermee 1 steek.
Wanten breien, stap voor stap
Stap 1
Zet 28 steken op en verdeel deze over 4 van de sokkennaalden.
Stap 2
Brei net zoveel rondes (3 recht en 1 averecht) in herhaling totdat er een geribde boord is ontstaan van 6 cm of langer naar keuze.
Stap 3
Brei twee rondes alleen maar recht.
Stap 4
Nu beginnen we met de ’trums’ meebreien. Zie hierboven voor het maken van de thrums.
Rij 1: (1 thr, 3 r) Herhaal tot einde van de rij
Rij 2: Brei alle steken recht
Rij 3: 2r, thr (3 r, thr) herhaal deze tot 1 steek voor het einde van de rij, 1r
Rij 4: Brei alle steken recht
Rij 5: Herhaal rij 1 t/m 4 nog 5 keer, tot er in totaal 24 rijen zijn gebreid.
Nu gaan we beginnen met minderen om de want aan de bovenkant te kunnen sluiten.
Rij 25: AAB, 10 r, (2 r. samenbr.), AAB,10 r, (2r. samenbr.). Totaal zijn er nu nog 24 steken, je hebt er 4 geminderd
Rij 26: AAB, 8r, (2 r. samenbr.), AAB, 8r, (2r. samenbr.) Totaal zijn er nu nog 20 steken, je hebt er 4 geminderd
Rij 27: AAB, 6r, (2 r. samenbr.), AAB, 6r, (2r. samenbr.) Totaal zijn er nu nog 16 steken, je hebt er 4 geminderd
Rij 28: AAB, 4r, (2 r. samenbr.), AAB, 4r, (2r. samenbr.) Totaal zijn er nu nog 12 steken, je hebt er 4 geminderd
Rij 29: AAB, 2r, (2 r. samenbr.), AAB, 2r, (2r. samenbr.) Totaal zijn er nu nog 8 steken, je hebt er 4 geminderd
Rij 30: AAB,(2 r. samenbr.), AAB, (2r. samenbr.) Totaal zijn er nu nog 4 steken, je hebt er 4 geminderd
Knip nu de draad ruim af en haal deze door de 4 resterende steken. Bind de draad stevig af en hecht deze af aan de binnenkant van de want, zodat deze niet zichtbaar is.
Koordje of lintje
Je kan nu een koordje haken van lossen of bijvoorbeeld een smal lintje gebruiken om door de boord te rijgen. Rijg het koordje bijvoorbeeld vlak onder de want zelf door alle averechte steken. Dit koordje kan je dan aansnoeren en strikken zodat je kind de wantjes niet zelf uit kan trekken. Om te voorkomen dat het koordje steeds uit de wantjes wordt getrokken zette ik het met een paar steekjes vast aan de wantjes, in het midden van het koordje/lintje.
Lees ook
what do you think?